Proefschrift

ongelijkheden in toegang tot zorg, met de behoeften van zwangeren in andere termen dan pathologie en met het probleem van overmatig gebruik van zorg. In hoofdstuk 3 onderzoeken wij het systeem van risicoselectie in Nederland in de historische context. We analyseren waarom en hoe verloskundigen in Nederland hun positie als poortwachters naar specialistische zorg hebben verworven. Het bestaande systeem van risicoselectie in Nederland was gebaseerd op het werk van de Werkgroep Bijstelling Kloostermanlijst (WBK) tussen 1983-1987, een commissie bestaande uit vertegenwoordigers van alle beroepsgroepen en organisaties die betrokken zijn bij de geboortezorg. Wij analyseerden de notulen van de vergaderingen van de WBK en voerden interviewsmet acht sleutelinformanten die betrokkenwaren bij het besluitvormingsproces van de WBK. Wij gebruikten theorieën over professionele jurisdictie en culturele theorieën over risico om de factoren te analyseren die een rol speelden bij het herdefiniëren van de taak- en verantwoordelijkheidsverdeling tussen de betrokkenen bij risicoselectie. De resultaten van dit onderzoek bieden inzicht in hoe op politiek en regelgevend niveau wordt onderhandeld over de bevoegdheid om risicoselectie uit te voeren in de geboortezorg. Onze studie draagt ​bij aan een beter begrip van de argumenten die ten grondslag liggen aan de organisatie van risicoselectie in de geboortezorg. Ook geeft het inzicht in de politieke aard van risicoselectie, waarbij beslissingen niet alleen worden bepaald door het begrip van risico’s van professionals, maar ook wordt ingegeven door bescherming van hun belangen. Deze opvattingen en zorgen kunnen niet alleen verschillen tussen, maar ook binnen beroepsgroepen die de grenzen van hun vak willen bewaken en verleggen. Onderhandelingen over de taak- en verantwoordelijkheidsverdeling van risicoselectie worden gevormd door een dynamische interactie tussen deze overtuigingen en belangen van de betrokken partijen, waardoor de mogelijkheid ontstaat voor onverwachte transprofessionele coalities tussen deze partijen. Deze inzichten kunnen beleidsdiscussies in de geboortezorg herdefiniëren, wat de mogelijkheid biedt om geschillen in de geboortezorg te zien als het gevolg van een conflict in overtuigingen en belangen, in plaats van tussen beroepsgroepen. In hoofdstuk 4 beschrijven wij de resultaten van een landelijk onderzoek onder alle eerstelijns verloskundige praktijken en obstetrie afdelingen. Wij hebben deze studie uitgevoerd om beter te begrijpen hoe risicoselectie in Nederland is georganiseerd. Wij identificeerden drie risicoselectie-modellen, die verschillend verdeeld waren over de regio’s: 1) eerstelijns verloskundigen beoordelen het risico en verwijzen voor een consult of overdracht van zorg zonder dit eerst met de gynaecoloog te overleggen; 2) eerstelijns verloskundigenbeoordelenhet risicoennemenbeslissingenover consultatieenoverdracht van zorg in overleg met de gynaecoloog; 3) modellen met andere kenmerken. Wij vonden geen significant verschil tussen de risicoselectie-modellen en mate van tevredenheid. Om een optimale organisatie van risicoselectie te bevorderen, bevelen wij een aanpak aan die 15 SAMENVATTING

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw