In Hoofdstuk 7 bespreken we de bevindingen in dit proefschrift en geven we aanbevelingen voor de klinische praktijk en onderzoek. We onderzoeken de vraag wie in het kader van een euthanasieverzoek het beste kan beslissen over psychische uitzichtloosheid. We pleiten voor gedeelde besluitvorming als beste strategie. Een zinvolle dialoog tussen patiënt en deskundige is het beste middel om de uitdagingen van onzekerheid en behandelingsweigering het hoofd te bieden. Dat zorgt ervoor dat alle relevante kennisbronnen worden gebruikt en zinvol worden toegepast op de unieke situatie van de patiënt. Ten tweede concluderen we dat het gebruik van consultatieve en dialogische empirisch ethische benaderingen in dit proefschrift heeft geleid tot zinvolle normatieve conclusies die van toepassing zijn op de huidige Nederlandse en Belgische context. Ten derde suggereren we dat het nuttig is om de bevindingen te beschouwen vanuit een deugdethisch perspectief. De Nederlandse en Belgische euthanasiepraktijk leunen namelijk sterk op het deugdzame gedrag van de arts. We beargumenteren dat zorgvuldigheid de belangrijkste deugd is bij het vaststellen van uitzichtloosheid in de context van een psychiatrisch euthanasieverzoek. Zorgvuldigheid kan in deze context worden gezien als het juiste midden tussen roekeloos en overmatig voorzichtig handelen. Een sterk punt van dit proefschrift is dat we door het toepassen van een scala aan methodologieën meer inzicht hebben gekregen in de complexiteit van uitzichtloos psychisch lijden in de context van een euthanasieverzoek. Ook hebben we gestructureerd en transparant gewerkt en de inzichten kunnen vertalen naar klinisch toepasbare criteria. Beperkingen zijn er ook. De database die is gebruikt voor de studie die in hoofdstuk 3 wordt beschreven, is gevoelig voor selectiebias. Ook roept het relatief kleine aantal psychiaters dat betrokken is bij het onderzoek in hoofdstuk 4 vragen op over de robuustheid van de bevindingen. Ten slotte zijn de onderzoeken uitgevoerd in Nederland en België en weerspiegelen de bevindingen en de meningen van deskundigen die in dit proefschrift worden geuit, een specifieke tijd en context. Hier moet rekening mee worden gehouden bij het toepassen van de bevindingen in andere landen of culturen. Op basis van dit proefschrift bevelen we clinici aan om een retrospectieve blik te hanteren bij het vaststellen van uitzichtloos psychisch lijden in de context van een euthanasieverzoek. We bevelen ook aan dat clinici rekening houden met ‘behandelmoeheid’ wanneer een patiënt omeuthanasie verzoekt op basis van psychisch lijden. Op organisatorisch niveau bevelen we aan de consensuscriteria te gebruiken wanneer de Nederlandse en Belgische richtlijnen voor psychiatrische euthanasie worden geactualiseerd. Voor toekomstig onderzoek raden we aan om het perspectief van andere belanghebbenden op uitzichtloosheid te onderzoeken, met name dat van patiënten. Ook raden we aan om het onderzoek in andere landen te herhalen. SAMENVATTING | 143 A
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw