Proefschrift

8 theorieën, als op het leren om zelf te denken over filosofische vragen. Vervolgens wordt het begrip ‘denken’ verder onderzocht, aan de hand van het werk van Hannah Arendt en John Dewey. Hieruit worden een aantal aanwijzingen gedestilleerd voor het onderwijs in denken. Een van die aanwijzingen is dat er iets moet gebeuren dat de routine doorbreekt om aan het denken gezet te worden. Daar komt het tweede spanningsveld uit voort, tussen continuïteit en discontinuïteit. Een andere aanwijzing is het belang van de dialoog voor het denken. Dat leidt tot het derde spanningsveld, tussen authoritative en dialogic discourse. Bij elk spanningsveld zijn een aantal onderzoeksvragen geformuleerd, die in de analyse worden toegepast op de interviews en lesfragmenten van de acht deelnemende docenten. In het tweede hoofdstuk, Methode, wordt uitgelegd hoe er te werk is gegaan. De doelstellingen en het type onderzoek worden beschreven en er wordt uitgelegd hoe het onderzoeksmateriaal verzameld en geanalyseerd is. Hier wordt toegelicht waarom er gekozen is voor bepaalde onderzoeksmethoden, zoals het portretteren en de stimulated recall methode, waarbij docenten op video hun zojuist gegeven les terugkijken en hierop reflecteren. Het derde hoofdstuk bestaat uit de portretten van de acht filosofiedocenten. Van elke docent worden in het portret de opvattingen over het vak en de eigen manier van lesgeven weergegeven. Daarna volgt per docent een uitsnede uit de lespraktijk, door middel van fragmenten uit de transcripties van de lessen, waarop de docent reflecteert. Ook de reacties van leerlingen komen hierbij aan bod. In het vierde hoofdstuk, Analyse, wordt het analysekader toegepast op de lespraktijken van de acht docenten, en worden deze met elkaar vergeleken aan de hand van de onderzoeksvragen. In de conclusie worden de belangrijkste bevindingen uit het onderzoek samengevat, de beperkingen van het onderzoek besproken en aanbevelingen voor de praktijk gedaan.

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw