Proefschrift

98 zo dat ik zelf aan het nadenken ben en dat die kinderen dan niet nadenken. Lesfragment een stukje later in de les, als het gaat over waar emoties vandaan komen. J2 Ik bedoel als je in een lege kamer zit. Dan kan je niet vanuit het niets veranderen van emotie. Er moet wel iets gebeuren om een emotie te voelen. D Ik heb opeens heel erg een isoleercel gevoel. <leerlingen lachen> Stel je voor… Ik heb daar nog nooit over nagedacht. Als ik in zo’n isoleercel zou komen, zou ik denk ik heel erg woedend zijn. Maar het idee is juist… J2 Ja, maar ik bedoel niet een isoleercel … Ik bedoel meer dat er gewoon niks gebeurt. Je kan ook in je kamer zitten en dat er niets gebeurt. Dan word je niet vanuit het niets gelukkig. D Nee precies, je wordt vanuit … prikkels van buitenaf… M7 Maar … als je in je leven al dingen hebt waargenomen door die vijf zintuigen, dan kan je altijd terugdenken aan die dingen. Dan is het niet iets om je heen… J2 Dan ben je aan het denken aan die dingen, dan gebeurt er nog steeds iets. D Ja precies. M7 Ja maar er gebeurt niet iets om je heen, dat doe je zelf. D Ja dat klopt wel, maar dan is er alsnog iets dat eerst van buiten komt, en dan roep je die herinnering op en dan zou je kunnen zeggen dat het oproepen weer iets van buiten is. M7 Maar dan kan je toch wel gelukkig worden in een lege kamer waar niets gebeurt. D Maar dan moet er ooit wel iets gebeurd zijn. Terugblik docent: Ik was halverwege mijn zin en zij gingen gewoon met hun eigen ding verder dus toen dacht ik ook van: weg er mee, met dat isoleercel-voorbeeld, zij zitten in een ander spoor ik ga in hun spoor. (…) Steeds bij de leerling terugleggen, het is niet mijn onderwerp het is jouw onderwerp. Jullie hebben het bedacht, jullie zijn er mee bezig. D M5 had dat voorbeeld van die hond. Welk voorbeeld had jij, M6? M6 Als bijvoorbeeld iemand anders bang is voor spinnen. Vroeger was dat wel

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw