Proefschrift

101 proberen te begrijpen, maar dat we die filmfragmenten toepassen. (…) Dus dat ze er echt zelf mee aan het denken zijn, door de vragen en de werkvorm. M12 We ervaren wel emoties bij niet echte dingen, want als dingen echt zijn nemen we er niet afstand van en … ja, om onszelf te beschermen of zo. D En wat is het nut of doel van die fictionele emoties? M12 Dat we toch die emoties kunnen voelen? D Een soort van oefenen. Ja, ik kan er even niets aan doen dat me een heftig voorbeeld te binnen schiet. Afgelopen weekend heb ik ongeveer zes keer gedacht: ik ga mijn moeder bellen. Maar ja, dat gaat dus niet. Maar ik vind het wel fijn om boeken te lezen waarin mensen overleden zijn, en te zien hoe die mensen er mee om gaan, want dan leef je je in in het verdriet van die ander en dan wordt op een of andere manier het verdriet van jezelf minder. Of je weet beter hoe je met dat verdriet om moet gaan, of je ziet hoe je er niet mee om wil gaan. M8? (steekt vinger op) M8 Ja, ik heb dat ook altijd bij die zielige dingen, dan heb ik altijd dat iedereen om me heen wel heel erg wordt geraakt en het gaat gewoon langs mij. En soms raakt mij juist iets waarvan de rest denk: huh wat? Maar dat is denk ik ook omdat bepaalde onderwerpen, bepaalde thema’s mijn emoties meer aanspreken of raken of zo. Ik kan er bijvoorbeeld echt niet tegen als bepaalde personages zich schuldig voelen, terwijl ze zich niet schuldig zouden moeten voelen. Daar ben ik heel gevoelig voor. D Ja precies en als je romans leest of films bij kijkt, kan je zien hoe anderen er mee omgaan. Zo kan je eigenlijk andere levens leiden. Terugblik docent: Hier zat ik echt heel erg na te denken, zal ik dat nou zeggen? Ze weten dat mijn moeder overleden is, maar moet ik ze daar nu mee lastigvallen? Het kan ook teveel zijn, te heftig. (…) Maar je voelt wel meteen dat er iets verandert in de klas. Het is denk ik wel belangrijk dat ik ook dit soort voorbeelden laat zien. (...) En is het wel grappig dat het dan meteen gebeurt, dat een leerling dan ook zelf iets gaat delen. (...) Aan het begin van het jaar zat dit meisje helemaal weggedoken achterin de klas, achter d’r haren, zeg maar, of onder haar trui. Ze heeft de hele eerste periode niets gezegd in de klas, geen woord. En nu is ze gewoon continu heel actief, alsmaar de vinger opsteken en alsmaar aanwezig. Dus daar is echt iets gebeurd. (...) Een tijdje geleden viel me op dat ze op de toets een bizar goed antwoord had op een hele moeilijke vraag. Later kwam ze met haar laptopje naar me toe: mevrouw

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw