105 SELECTIE UIT LESFRAGMENTEN Les: Recht op vaderschap (5 vwo) Samenvatting van de les: De leerlingen hebben voorafgaand aan de les een opdracht gemaakt over een casus over het recht op vaderschap na een abortus. De eerste vraag gaat over het onderscheid tussen juridische en morele rechten. Het fragment is een stukje uit het onderwijsleergesprek hierover. Terugblik docent: Ik ben heel tevreden over waar leerlingen zelf mee zijn gekomen. Ik vond dat heel knap. Er werd op elkaar gereageerd in veel gevallen, dat ze elkaar aanvulden, of verbeterden, bekritiseerden, maar dan ook echt op een zinvolle, gepaste manier. Ik vond het gewoon heel goed, er werd echt geluisterd, nagedacht, geoordeeld, geargumenteerd, standpunt ingenomen. Er werd gefilosofeerd. Lesfragment nadat leerling de casus heeft voorgelezen over Anne die haar zwangerschap heeft afgebroken, tegen de zin van de aanstaande vader van het kind, Mark. D Hoe zit het nu met die rechten? Kun je nu eigenlijk zeggen, dat is de hoofdvraag, dat Mark zijn recht op vaderschap is geschonden, of bestaat dat eigenlijk niet? Terugblik docent: Dit doe ik best veel. Ik improviseer heel veel, bijna alles. (…) Ik expliciteer niet aan het begin van de les van: dat moet je kennen en dat moet je kunnen. Ik leg dat gaandeweg uit. Dus hier: wat is eigenlijk precies de status van zo’n moreel recht? Of: geloven we daarin, bestaat zoiets? D We gaan eerst kijken wat voor soort recht het is. De vraag is: is het een juridisch recht of een moreel recht als het gaat om vaderschap. M1? M1 Ik denk dat het met waarden te maken heeft, over wat zij goed vindt of wat zij fout vindt. En ik denk dat dat een moreel recht is, dat zij dat als goed of fout ziet, want dat recht op vaderschap is een moreel recht, dat is per persoon verschillend. D Wat bedoel je met: een moreel recht is per persoon verschillend?
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw