Proefschrift

121 proces: hoe reageren mijn leeftijdsgenoten als ik het oneens met ze ben. Daarom doe ik dat socratische gesprek wel, maar in een kleinere vorm. En dan loop ik rond om af en toe even bij een gesprekje aan te haken, wat prikkelende vragen te stellen en om te zorgen dat de sociale sfeer goed blijft. Maar als het er om gaat dat ze de kritische denkhouding aan moet leren, dat je niet alles moet geloven, dan kun je niet blanco beginnen en zeggen: ‘Zo, ga maar eens met elkaar praten en dan kom je er vanzelf wel uit’. Juist omdat leerlingen erg geneigd zijn, en misschien wel alle mensen, om binnen hun eigen comfortzone te blijven, zullen ze elkaar daarin onvoldoende uitdagen om uit die comfortzone te komen. Dus ik denk dat als je alleen maar met socratische gesprekken zou werken, dan zouden leerlingen weigeren om grenzen te verleggen, want ze zouden dat van elkaar niet durven vragen. Andere vakken focussen zich vooral op vaardigheid of op kennis. Het is bij filosofie nooit voldoende om een formule uit je hoofd te leren, bijvoorbeeld zoals bij het utilisme: het grootste geluk voor het grootste aantal mensen. Dan wil je vervolgens ook dat ze dat kunnen toepassen in praktijksituaties, op concrete gedachtegangen kunnen bekritiseren zelfs, wat zijn de nadelen en voordelen ervan. Dat is anders dan bij andere vakken. Als je bij natuurkunde de snelheids- of botsingswetten bij Newton uit je hoofd leert moet je vervolgens gewoon die formule toepassen. Bij filosofie sta je als persoon altijd op het spel. Je bent over jezelf aan het nadenken, niet over iets buiten jou. Dat is een belangrijk verschil. Ik vind dat er wel een verschil is tussen iemand die geschikt is voor filosofie en iemand die dat niet is. Dat heeft met karakter te maken. Er zijn mensen die heel ongelukkig worden van heel diep over alles nadenken. Maar ik ben door de jaren heen langzaam van mening veranderd, want als je kijkt naar hoe ongelooflijk veel onze samenleving beheerst wordt door op gevoel inspelende drogredenen in reclames en politiek, denk ik dat het leren van denkvaardigheden nu wel echt mist in het onderwijs en dat iedereen dat zou moeten leren. Een klein stukje kennistheorie: hoe neem ik de wereld waar en kan ik de werkelijkheid van tevoren bedenken of niet. Een beetje logica: of een redenering klopt. En ethiek zou misschien ook wel verplicht gesteld moeten worden: hoe ga je als mens met andere mensen om. Waar vroeger iedereen een engeltje op zijn schouder kreeg door opvoeding vanuit de kerk, daar denk ik dat het heel goed zou zijn als iedereen een filosofisch engeltje op zijn schouder zou krijgen, zonder dat ze nou echt een filosoof moeten worden.’

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw