147 dat moment speelt. Een voorbeeld: ik had een klas met een meisje dat ernstig ziek was, ze was bijna blind en het hele jaar niet op school geweest vanwege een autoimmuunziekte. Er was toen een apparaat in de klas waarmee ze dan virtueel bij de les kon zijn. In haar eerste les op deze manier zaten we middenin antropologie. Ik had het niet voorbereid, maar het leek me een mooie gelegenheid om de leerlingen te vragen: gaan jullie haar maar uitleggen wat jullie geleerd hebben in de afgelopen lessen, over het dualisme, over het interactieprobleem enzovoort. Over vragen als: ‘Ben je een lichaam, of heb je een lichaam?’, of Sartre: ‘Ben je vrij?’. Die les was goed omdat er iets onverwachts gebeurde. Iemand is ziek en dan wordt die theorie daaraan gekoppeld en dat vind ik heel belangrijk. Want filosofie gaat uiteindelijk over onszelf. Wanneer ik die existentiële ervaring weet over te brengen, beschouw ik mijn les als geslaagd. Het lezen van primaire teksten vind ik ook heel belangrijk. Ik heb ook op de universiteit lesgegeven en ik merk dat studenten zo slecht primaire teksten kunnen lezen. Dat moeten we ze leren. De primaire tekst is altijd rijker dan de secundaire teksten, de commentaren of de lesmethoden. Dat is een groot probleem voor filosofieonderwijs op havo en vwo. Wat het is ook heel moeilijk en kost veel tijd. Je moet soms ook een filosoof kort uitleggen, je hebt niet de tijd om al die boeken te lezen. Karel van der Leeuw heeft gezegd dat slecht filosofieonderwijs is dat je je eigen slecht verwoorde interpretatie van een filosoof nog slechter verwoord terugziet op een examen. Een manier om dat te voorkomen is om direct te gaan naar de bron en dus te werken met primaire teksten. Maar wat dit allemaal vooral aantoont, is dat filosofieonderwijs een work in progress is. Het is nooit af. Filosofie is omvangrijker en belangrijker dan alles wat je er ooit over kunt onderwijzen. Ook als docent ben je ook nog altijd een leerling, dat dwingt je tot bescheidenheid.’ SELECTIE UIT LESFRAGMENTEN Les: Wat is goed? (4 havo) Samenvatting: Introductie van het domein Ethiek. Hoofdvraag: Wat is goed? Aan de hand van een onderwijsleergesprek. Terugblik docent: Ik dacht, we gaan gewoon filosoferen over goed en kwaad en dat vind ik eigenlijk interessanter dan dat ik eerst ga vertellen wat ethiek is. Dat komt dan later nog wel een keertje, dat je de structuur vertelt. Ik wil eerst dat ze zelf gaan nadenken.
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw