148 Lesfragment: begin van de les. Op het bord staat: Wat is goed? D Oké laten we gaan filosoferen. En misschien beginnen met… Ik ben wel benieuwd wat jullie vinden van deze vraag. Wat zijn je gedachten erbij? Wat is goed? M1 Veel te grote vraag. D Veel te grote vraag. Misschien heb je daar wel gelijk in. Terugblik docent: Ik dacht ja, misschien heeft ze wel gelijk. Had ik ook helemaal niet met deze vraag moeten beginnen. Misschien had ik casuïstiek erbij moeten halen: is het goed om dit of dat te doen? Maar toch dacht ik: ik probeer het gewoon en ik kijk wel wat er gebeurt. J1 Bedoel je: een goed cijfers is goed, of bedoel je echt wat is de definitie van goed en dat we dan echt zo’n filosofische les... D <lacht> Ja, een goed cijfer is goed. Het is goed om een goed cijfer te halen. En waarom is het goed? J1 Het zit al in de naam zelf. D Ja, goed is goed. Maar dan heb je een soort cirkel gemaakt. Dan zeg je wat is goed? Goed is goed. Dan ben je niet verder gekomen. Terugblik docent: Hier leren ze dus: dit is een cirkelredenering, ik heb het dan niet een cirkelredenering genoemd maar toch dat ze zien: iemand geeft een antwoord en dat is niet helemaal goed. Ik vind het leuk om te zien hoe dat leren op een natuurlijke manier kan gaan. D Iemand anders nog een idee? M2 Het gevoel van genot. D Horen jullie dat? Goed is een gevoel van genot. Kun je dat uitleggen? M2 Ja, iets goeds is fijn. Genot is toch ook fijn. Dus dat het fijn voelt als het goed is. D Dit is fantastisch. Weet je waarom dit zo fantastisch is. Jij hebt gewoon een officiële filosofische positie hiermee!
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw