Proefschrift

170 2b) Op welke manieren maken docenten gebruik van discontinuïteit in hun lessen? Aan het begin van deze paragraaf werd een onderscheid tussen twee vormen van discontinuïteit gemaakt: het inspelen van de docent op ongeplande momenten in de les en het bewust initiëren van discontinue momenten door de docent, met als doel om de leerlingen aan het denken te zetten. Van beide vormen volgen een aantal voorbeelden uit de geobserveerde lessen. Gebruik maken van ongeplande momenten om de leerlingen aan het denken te zetten Een eerste voorbeeld van inspelen op een ongepland moment komt uit de les over emoties van Desiree. Ze probeert samen met de leerlingen een voorbeeld uit (over bang zijn voor een spin), schrijft dit op het bord, maar komt er dan achter dat het voorbeeld niet goed werkt. Vervolgens gaat ze samen met de leerlingen op zoek naar een beter voorbeeld. Bij de nabespreking van deze les zegt ze hierover: ‘Voor de opleiding moeten ze die lessen dan al helemaal uitschrijven, maar in de filosofieles, als je wil voordoen hoe je gaat denken, moet je ook… je vergist je sowieso weleens, maar het kan soms ook gebeuren dat je echt iets fout doet. Dat heb ik allemaal niet bewust gedaan, want ik had niet in de gaten dat het een verkeerd voorbeeld was. Maar als ik deze les nog een keer zou doen zou ik dat desnoods nog een keer laten gebeuren.’ Juist het maken van een fout kan op deze manier blootleggen hoe het denkproces werkt, en is op die manier inderdaad getransformeerd tot een leerzaam moment. Joan vertelt in bijna dezelfde woorden als Desiree dat dichtgetimmerde lesvoorbereidingen niet samengaan met ruimte laten voor dit soort ongeplande, waardevolle momenten waarin leerlingen zelf aan het denken zijn: ‘Dan moeten ze van de lerarenopleiding lesvoorbereidingen maken met doelen en planningen tot op de minuut. Dat is niet helemaal verenigbaar met: nu is er echt iets moois aan het gebeuren, iemand brengt iets in dat je niet verwacht had. Die ruimte: als er iets interessants filosofisch gebeurt, verwondering of een tegenstelling in mening waarbij leerlingen zoeken naar hoe die ander denkt: dat vind ik belangrijke momenten.’ Bert heeft een vergelijkbaar voorbeeld als Desiree, waarbij een ‘negatieve ervaring’ (in de woorden van English) getransformeerd wordt tot een leerzaam moment. Dat voorbeeld komt uit de les over deugdethiek, waarin leerlingen zoeken naar woorden om aan te geven wat de extremen zijn waartussen het juiste midden, de deugd, ligt: ‘Sommigen komen moeilijk uit hun woorden, dan is het bijvoorbeeld niet helemaal onjuist, maar onvolledig (...) Ik probeer daar altijd iets mee te doen, iemand op te

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw