Proefschrift

16 achtergrondkennis over de geschiedenis van de filosofie en om het begrijpen en interpreteren van filosofische teksten. De rol van de docent is verteller, studenten maken aantekeningen en lezen teksten. Persoonsgericht filosofieonderwijs richt zich op de ontwikkeling van een eigen samenhangende levensbeschouwing. De rol van de docent is die van supervisor, die de leerlingen individueel begeleidt en in staat stelt hun eigen filosofie te ontwikkelen, analoog aan het kunstonderwijs. Probleemgericht filosofieonderwijs richt zich op het verwerven van vaardigheden. De docent onderwijst het vak systematisch (per deelgebied) en biedt de leerlingen oefeningen om de benodigde vaardigheden te leren. Alhoewel Van der Leeuw en Mostert duidelijk de voorkeur geven aan deze laatste opvatting, de probleemgerichte filosofie, zien zij ook nadelen. Zo is de plek van de geschiedenis in die benadering lastig, terwijl de context van filosofische ideeën vaak wel relevant is voor het begrip ervan. In de praktijk, zo nuanceren Van der Leeuw en Mostert hun opvatting, zal het meestal neerkomen op een combinatie van onderwijsstijlen. Vakdidactisch onderzoek van Kienstra Het duurt meer dan 25 jaar voor het volgende Nederlandse promotieonderzoek verschijnt op vakdidactisch gebied. Dat is in 2016, met Effectief filosoferen in de klas van Natascha Kiensta. Het uitgangspunt van dit onderzoek is dat leerlingen filosofie leren door zelf te filosoferen, waarmee Kienstra voortbouwt op de opvattingen van Kessels en Van der Leeuw & Mostert. Kienstra ontwikkelt het parelmodel, een evaluatiemodel dat het filosoferen opdeelt in vijf filosofische activiteiten die geordend zijn van lagere naar hogere denkvaardigheden: redeneren, analyseren, toetsen, kritiek maken en reflecteren. Deze hoogste categorie van het reflecteren is typisch filosofisch volgens Kienstra: “het ondervragen van en reflecteren op de daarbij gebruikte begrippen en (logische) redeneringen, en het problematiseren of in twijfel trekken van vooronderstellingen of vooroordelen” (Kienstra, 2016, p. 62). Dit typisch filosofische is volgens Kienstra niet aanwezig in al bestaande onderwijskundige modellen, zoals de veelgebruikte cognitieve taxonomie van Benjamin Bloom. Kienstra onderzoekt welke werkvormen effectief zijn om leerlingen zelf op hoog niveau te laten filosoferen. Als definitie van filosofische werkvorm geeft Kienstra: “een complexe, gestandaardiseerde manier van filosoferen, waarin filosofische kennis en vaardigheden worden gecombineerd om gedachten uit te wisselen, door expliciet aandacht te besteden aan filosofische (meta)concepten in een levensechte

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw