182 moet worden, aangezien authoritative en dialogic discourse in deze gesprekken beide blijken voor te komen. Een andere oplossing zou zijn om dit soort gesprekken niet met onderwijsleergesprekken aan te duiden, maar bijvoorbeeld met klassikale filosofische gesprekken. 4.4 Welke strategieën gebruiken filosofiedocenten om hun leerlingen in het gesprek aan het denken te zetten? Het doel van deze vraag is om een praktisch overzicht te geven van wat de acht deelnemende filosofiedocenten doen om hun leerlingen in de les aan het denken te zetten. Naast voorbeelden waarin dat lukt komen ook een aantal voorbeelden aan bod waarin docenten hier mee worstelen. Vragen stellen/leerlingen vragen laten stellen Vragen stellen is de meest geobserveerde manier waarop docenten hun leerlingen aan het denken proberen te zetten. Volgens Desiree is dat bij uitstek bij filosofie het geval: ‘Ik ben heel tevreden als leerlingen zeggen: ‘Mevrouw, u heeft nooit een vraag beantwoord. U heeft alleen maar vragen gesteld.’ Yoram zegt niet alleen dat leerlingen zelf over filosofische vragen na moeten denken, maar ook dat ze moeten leren eerst zelf die filosofische vragen te stellen. Bij de les waarin een tekst van Spinoza wordt gelezen over de samenleving die bestaat bij de gratie van wetten, zegt hij: ‘Dat is het antwoord op de vraag van: wat maakt het samenleven mogelijk. (…) Toen dacht ik: nu lezen ze het antwoord. Maar ze moeten eerst de vraag stellen!’ Don vindt het belangrijk dat leerlingen leren om vragen te stellen over de historische context van een theorie. Na afloop van de les over Hegel en Marx zegt hij hierover: ‘Wat ik hier doe is, ik schets de situatie waarin zo’n filosofie ontstaat. Om ze te leren dat als je een nieuwe theorie leest, je die in een historische context kunt plaatsen door die vragen te stellen: Hoe komt dat? En: Wat moet eraan gebeuren? (…) Dus ik probeer ze hier heel stiekem, onderhuids, probeer ik ze eigenlijk een denktrant bij te brengen.’ Een ander aspect van het vragen stellen wordt komt uit een interview met Bert, na afloop van de les over Kant. Een leerling stelt de vraag: ‘Wie valt er onder iedereen met een verstand?’. Bert vindt het een goede vraag en wil de leerlingen daarover
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw