Proefschrift

18 De bedoeling van filosofieonderwijs is dat leerlingen zich leren verhouden tot zichzelf, anderen en de wereld om hen heen. Naast kennis van de filosofische ideeëngeschiedenis en het leren van kritische denkvaardigheden, staat het ontwikkelen van een eigen, weloverwogen visie op allerlei maatschappelijke, wetenschappelijke en existentiële vraagstukken centraal (VFVO, 2018, p. 2). Hierin komen alle drie de onderwijsstijlen van Van der Leeuw & Mostert terug: zowel de historische (ideeëngeschiedenis), probleemgerichte (vaardigheden) als persoonsgerichte (eigen visie) onderwijsstijl. In ditzelfde visiedocument wordt ingegaan op wat onder filosoferen verstaan wordt: “Filosoferen over zo’n vraagstuk kan worden gekarakteriseerd als een gesprek tussen een leerling, haar medeleerlingen, de filosofische traditie en de docent” (ib., p. 2). En: “Hoewel filosoferen kan worden gezien als een gesprek, wordt in de klas niet altijd alleen maar gepraat. Het metaforische gesprek tussen leerlingen, docent en traditie kan op allerlei manieren gevoerd worden, bijvoorbeeld tijdens het lezen van een filosofische tekst, door het schrijven van een eigen filosofisch onderzoek of in het doordenken van een gedachte-experiment” (ib., p. 3). Filosoferen kan op deze manier opgevat verschillende dingen betekenen: het voeren van een filosofisch gesprek met iemand anders (een dialoog), het voeren van een ‘metaforisch gesprek’ (de dialoog in het eigen hoofd), maar ook een dialoog die je als lezer met de (auteur van de) tekst aangaat. Het lezen van een filosofische tekst kan daarmee dus een manier zijn om zowel filosofie te leren, als zelf te filosoferen. Zoals filosofiedocent en onderzoeker Arjan Koek het omschrijft: Lezing van primaire filosofische teksten is dan ook geen doel op zichzelf, maar een middel tot een doel. Een filosofisch middel, welteverstaan: wie een filosofische tekst op een filosofische manier leest, filosofeert zelf. Immers, het is onmogelijk om een filosofische tekst te lezen en te begrijpen zonder de juiste inzet van filosofische denkvaardigheden (Koek, 2021, p. 226). Thecla Rondhuis deed onderzoek naar het filosoferen bij kinderen (Rondhuis, 2005), waarbij zij als uitgangspunt drie hoofdkenmerken van het filosoferen formuleert: 1) Analytische en redeneerkwaliteit, 2) Gevoel voor ambiguïteit, onzekerheid en voor

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw