Proefschrift

42 In de praktijk blijkt het nog helemaal niet zo makkelijk om via het cognitieve conflict tot conceptual change te komen, zo blijkt bijvoorbeeld uit een reviewartikel over deze onderwijsstrategie (Limón, 2001). Daarin komen verschillende onderzoekers tot de conclusie dat studenten die geconfronteerd worden met kennis die tegen hun opvatting ingaat, meestal toch bij hun oude opvattingen blijven, zodat de gewenste conceptual change niet gerealiseerd wordt. Perhaps the most outstanding result of the studies using the cognitive conflict strategy is the lack of efficacy for students to achieve a strong restructuring and, consequently, a deep understanding of the new information. (…) Why are students so resistant to change even when they are aware of contradiction? Why are students able to partially modify their beliefs and theories but keep the core of their initial theory? (Limón, 2001, p. 364). Met Arendt, Dewey en Kahneman in het achterhoofd is dat niet verrassend: mensen zijn over het algemeen nu eenmaal niet geneigd hun vooronderstellingen zomaar op te geven, aangezien die stevig verankerd zijn in hun denken en handelen. Bovendien maken mensen vaak allerlei fouten in de manieren waarop zij redeneren om hun opvattingen te rechtvaardigen. Daarbij komt nog de constatering van Paul, dat studenten die leren redeneren en argumenteren, deze vaardigheden eerder gebruiken om de opvattingen die ze al hadden nog beter te onderbouwen, dan om deze te bevragen. Aan de andere kant: bij kinderen zijn de denkkaders nog in aanleg, en de vooronderstellingen nog niet zo vastgeroest. Dat pleit er voor het onderwijs in denken al vroeg te laten beginnen, en hier in alle volgende klassen mee door te gaan. Limón concludeert dat de belangrijkste factoren in het realiseren van het cognitieve conflict bij studenten niet alleen individuele cognitieve processen zijn, zoals voorkennis en redeneervaardigheden, maar vooral ook sociale vaardigheden en houdingsaspecten. Dat is opnieuw een aanwijzing voor het belang van het gezamenlijke gesprek, zoals we zagen in het idee van de community of inquiry bij Dewey en Lipman, en in het belang van de dialoog voor het denken bij Arendt (hierover meer paragraaf 1.7).

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw