Proefschrift

45 de les te houden. (Vergelijkbaar met Rancières betoog, waarin hij dit de afstomping noemt van de ‘wetende meester’ ten opzichte van de ‘onwetende leerling’.) De Braziliaanse pedagoog Paolo Freire, een van de inspirators voor de kritische pedagogiek, noemt dit monologic teaching, waarin de docent ‘is speaking to learners’ in tegenstelling tot dialogic teaching waar de docent ‘is speaking with learners’ (Freire, geciteerd in English, 2013, p. 162). Freire noemt dit monologisch onderwijs banking education, met daarbij de metafoor van het ‘vullen van vaten’. In de Nederlandse vertaling: Overdracht (waarbij de leraar als donor fungeert) brengt de leerlingen ertoe de meegedeelde inhoud mechanisch uit het hoofd te leren. Nog erger is echter dat ze daardoor tot ‘containers’ worden gemaakt, tot ‘vaten’ die door de leraar ‘gevuld’ moeten worden. Hoe beter hij de vaten vult, des te beter de leraar. Hoe braver de vaten zich laten vullen, des te beter te leerling. Zo wordt opvoeding een handeling van ‘storten’ (als bij een bank) (Freire, 1972, p. 56). Het is belangrijk om hierbij op te merken dat de leraar op deze manier volgens Freire “praat over de werkelijkheid alsof deze statisch, afgepast en voorspelbaar is” (ib., p. 65). Op die manier wordt de wereld gepresenteerd als een object waar niets aan te veranderen valt. Freire pleit voor onderwijs waarin leerlingen geen brave (en volgens Freire: onderdrukte) toehoorders zijn, maar “kritische mede-onderzoekers in dialoog met de leraar”, om zo betrokken te worden bij de wereld waarin zij leven en deze te kunnen veranderen. De dialoog is daarbij een voorwaarde voor het kritisch denken: “slechts de dialoog, die vraagt om kritisch denken, kan ook kritisch denken voortbrengen. Zonder dialoog is communicatie onmogelijk, en zonder communicatie kan er van echte ontwikkeling geen sprake zijn” (ib., p. 77). Freire is, voor zover bekend, de eerste die het begrip dialogic teaching gebruikte, op de bovenstaande manier: sterk afgezet tegen het in zijn ogen onwenselijke monologic teaching. In recente literatuur wordt dit meestal anders benaderd. De Britse onderwijskundige Robin Alexander maakt een onderscheid tussen verschillende soorten classroom talk die een docent kan gebruiken, zoals: recitation, instruction, exposition, discussion, scaffolded dialogue (Alexander, 2008). Zelfs het ‘stampen’ van kennis, zoals bijvoorbeeld de tafels van vermenigvuldiging (‘rote: drilling ideas, facts and routines through repetition’), de meest monologische manier van lesgeven, is wat

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw