52 1.8 Analysekader en onderzoeksvragen Het analysekader bestaat uit de drie spanningsvelden: filosofie leren - leren filosoferen, continuïteit - discontinuïteit en authoritative - dialogic discourse. Het eerste spanningsveld filosofie leren - leren filosoferen is daarbij overkoepelend over de andere twee spanningsvelden. filosofie leren: gericht op het aanleren leren filosoferen: gericht op het zelf van begrippen, posities en theorieën leren denken, waarbij filosofische van filosofen vaardigheden en houding geoefend worden continuïteit: al het ‘geplande’, discontinuïteit: al het ‘ongeplande’, het curriculum, de organisatie onderbreking, verbazing, vertwijfeling van de les, de orde in de klas authoritative discourse: uitleg of dialogic discourse: open gesprek onderwijsleergesprek waarin een waarbij docent en leerlingen samen bepaalde filosofische theorie centraal een filosofische vraag aan het staat onderzoeken zijn In de vorige paragraaf zagen we een aantal vergelijkbare onderscheidingen uit de literatuur over dialogic teaching, waarmee het kader aangevuld zou kunnen worden, bijvoorbeeld als volgt: presentational talk (overbrengen van exploratory talk (ideeën onderzoeken/ een bepaalde inhoud aan luisteraars) onder woorden brengen) asymmetrical talk (gespreksleder heeft symmetrical talk (alle deelnemers aan andere rol dan de deelnemers aan het het gesprek hebben een gelijke rol) gesprek)
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw