62 ordenen. Het betekenisgevende proces ging op deze manier dus beide kanten op. Hieronder volgt een beschrijving van dit onderzoeksproces. 2.3 Selectie van de docenten Door de focus op good practices was ik op zoek naar goede, ervaren filosofiedocenten. Dat betekent dat de selectie van docenten doelgericht was, oftewel: purposeful sampling, in tegenstelling tot random sampling (willekeurige selectie). Volgens onderzoek naar expertdocenten kost het gemiddeld vijf tot zeven jaar om de fijne kneepjes van het vak te leren (Berliner, 2004). Dat zijn gemiddelden, de variatie is groot, en aangezien filosofiedocenten gemiddeld minder lesuren per jaar geven dan docenten van andere vakken, besloot ik het ruim te nemen, en werd mijn eerste criterium: minimaal acht jaar leservaring als filosofiedocent in het voortgezet onderwijs. Omdat ik op zoek was naar good practices, wilde ik graag docenten van wie zoveel mogelijk te leren viel, en die dus goed waren in hun vak. Maar wat is een goede filosofiedocent’? Hier lag een cirkelredenering op de loer: als ik docenten selecteerde op hun kwaliteit als filosofiedocent had ik blijkbaar op voorhand al besloten dat ze goed waren in hun vak. Wat zou ik dan precies onderzoeken? En was ik daardoor niet te vooringenomen over wat ‘goed’ was? Ik besloot als selectiecriterium te nemen dat ze in elk geval door hun omgeving gezien werden als een goede docent, bijvoorbeeld door hun (oud)leerlingen, hun vakgenoten, vakdidactici of binnen de vakvereniging. Ik denk dat er daarnaast ook zelfselectie plaatsvond, ik vroeg immers nogal wat van de docenten, namelijk om zich door mij uitgebreid te laten bevragen, hun lessen te filmen en hun leerlingen te interviewen. Docenten die twijfelen aan de kwaliteit van hun lespraktijk zouden dat waarschijnlijk niet snel doen. Verder wilde ik graag dat er zoveel mogelijk variatie zat tussen de deelnemende docenten. Zowel in de verhouding man/vrouw, als in achtergrond, opleiding en plaats, bijvoorbeeld om te voorkomen dat de docenten van dezelfde vakdidacticus bij de lerarenopleiding onderwijs hadden gehad, en daar in hun opvattingen of manier van lesgeven wellicht door beïnvloed waren. Om die reden heb ik niet gekozen voor docenten in Groningen, Friesland en Drenthe, aangezien ik die voor een groot deel zelf als vakdidacticus heb opgeleid, wat me niet goed te verenigen leek met mijn rol als onderzoeker. (De docent van de school uit Zwolle is daarop een uitzondering, maar hij was al jarenlang filosofiedocent voordat
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw