Proefschrift

72 docent en de leerlingen. Het is daarom niet mogelijk om die praktijk objectief of neutraal te onderzoeken, maar het andere uiterste: een totale subjectieve interpretatie moest uiteraard ook vermeden worden. Het perspectief van intersubjectiviteit (onder andere uitgewerkt door Dewey) maakte het mogelijk om het onderzoek op te vatten als iets waarbij de onderzoeker en hetgeen onderzocht wordt invloed uitoefenen op elkaar op een constructieve manier. Het spanningsveld tussen de onderzoekende blik van buiten (outside perspective) en het kennen van de praktijk van binnenuit (inside perspective) wordt hierbij daarom niet als iets problematisch opgevat, maar als iets constructiefs, als een manier om die praktijk beter te kunnen duiden. Ik heb als onderzoeker immers veel baat gehad bij de kennis en ervaring die ik achtereenvolgens heb opgedaan als filosofieleerling, filosofiestudent, filosofiedocent, lesmethodemaker en vakdidacticus, omdat ik het vak daardoor vanuit verschillende perspectieven ken. Daardoor kon ik makkelijk met filosofiedocenten in gesprek gaan over hun lespraktijk, we delen immers hetzelfde referentiekader. Ik weet welke begrippen er behandeld worden, ik weet hoe lastig het kan zijn alle leerlingen in de klas bij een gesprek te betrekken en dat het een wereld van verschil kan zijn of je iets in het eerste of het achtste uur probeert uit te leggen. Ingold verwijst naar de betekenis van data in het Latijn, dat hij vertaalt als: “receiving in good grace what is given”. Dat sluit aan bij literatuur over dialogisch onderwijsonderzoek waarin het begrip data wordt geproblematiseerd. Data, zoals interviews of video-opnamen worden volgens deze opvatting ten onrechte beschouwd alsof ze “unproblematically refer to things in the world that can be collected and analysed”. Dat veronderstelt een “monologic theory of meaning”. Daartegenover staat een dialogische opvatting: “that all meaning requires and implies the interanimation of more than one voice” (Ingold, 2018). Ik heb geprobeerd dit onderzoek op een dialogische manier uit te voeren. Dat wil zeggen: door in gesprek te gaan met de deelnemende filosofiedocenten en dat op te vatten als een gezamenlijke poging om de praktijk beter te begrijpen. De dialoog was daarmee zowel cruciaal voor wat ik onderzocht (ruimte om te denken in de filosofieles), als de manier waarop ik dat onderzocht (de manier van in gesprek gaan met de docenten). Kwaliteitscriteria Waar de criteria validiteit en betrouwbaarheid in kwantitatief onderzoek doorslaggevend zijn voor het bepalen van de kwaliteit ervan, geldt dit niet voor dit

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw