Proefschrift

82 Het doel van dit hoofdstuk is om een beeld te schetsen van de lespraktijken van elk van de acht deelnemende filosofiedocenten. Voor de selectie van de lesfragmenten en de citaten uit de interviews met de docenten waren twee criteria het belangrijkst: of het betrekking had op ‘ruimte om te denken’ (zoals uitgewerkt in de drie spanningsvelden in het eerste hoofdstuk) en of het de praktijk van de docent goed weergaf. Omdat elke lespraktijk een uniek en samenhangend geheel is, is per docent een portret gemaakt. Bij alle docenten zijn bij de startinterviews dezelfde vragen gesteld, zodat deze portretten over dezelfde thema’s gaan. Bij dit onderdeel komt met name de expliciete praktijkkennis van de docent naar voren, zowel over het vak in het algemeen als over de eigen manier van werken. Hierbij zijn ook citaten uit latere interviews verwerkt als deze een aanvulling vormden op de opvattingen van de docent uit het startinterview. In de portretten zijn vele pagina’s transcripties van deze interviews teruggebracht tot een selectie van de voor dit onderdeel meest betekenisvolle uitspraken. Omwille van de leesbaarheid heeft het portret de vorm van een langlopend citaat. Daarna volgt per docent een selectie uit een aantal lesfragmenten waarop de docent terugblikt. Bij dit onderdeel komt met name de impliciete praktijkkennis van de docenten naar voren. Dit is gedaan door middel van stimulated recall interviews: het terugkijken van de zojuist gegeven les op video, waarbij is ingezoomd op de gedeeltes van de les waarin veel interactie was tussen docent en leerlingen. De lesfragmenten zelf zijn binnen kaders geplaatst, waar D staat voor docent, en M voor meisje en J voor jongen. Verschillende leerlingen worden met M1, M2, J1, J2 enz. weergegeven. De terugblik van de docent op de fragmenten wordt in de lopende tekst tussen de fragmenten door weergegeven, zodat je als het ware door de ogen van de docent meekijkt. Uit de leerlingeninterviews is alleen iets toegevoegd als dit een relevante aanvulling was bij het portret. De analyse van die ‘ruimte om te denken’ gebeurt in het volgende hoofdstuk, aan de hand van de onderzoeksvragen die bij de drie spanningsvelden zijn opgesteld. Het leidende idee daarbij is dat de ruimte om te denken kan ontstaan tussen de polen van de spanningsvelden (filosofie leren - leren filosoferen, continuïteit - discontinuïteit en authoritative - dialogic discourse).

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw