Proefschrift

205 Dutch summary | Nederlandse samenvatting 8 manier van anderen afhankelijk is, is de behoefte aan sociale verbinding met anderen nog steeds sterk in ons brein verankerd. De keerzijde hiervan is dat het ook langdurige gevolgen kan hebben wanneer dit verlangen niet wordt beantwoord. Het doormaken van negatieve sociale ervaringen in de kindertijd (zoals emotionele mishandeling) en omstandigheden die ervoor zorgen dat iemand sociaal contact uit de weg gaat (zoals een depressie) zijn bijvoorbeeld sterk gerelateerd aan moeilijkheden in het sociaal functioneren (Hankin & Abramson, 2001; Wilson, Hicks, Foster, McGue, & Iacono, 2015; Wright, Crawford, & Del Castillo, 2009). Sociaal gedrag dat nog sterker in het brein is verankerd, is het vermogen van ouders om sensitief en adaptief te reageren op signalen van het kind (Feldman, 2017). Dit gedrag van ouders is evolutionair verklaarbaar doordat het bijdraagt aan een betere overlevingskans voor nakomelingen en genetisch materiaal zo wordt doorgegeven. Bowlby (1969) beschrijft de ouderkind band in zijn hechtingstheorie als vormend voor het succesvol aangaan en onderhouden van betekenisvolle relaties in het verdere leven (bv. romantische relaties, vriendschappen). Daarnaast weten we dat een sterke ouder-kind band bijdraagt aan de vorming van neurale circuits die belangrijk zijn voor sociale en emotionele vaardigheden (Feldman, 2015, 2017; Pratt, Goldstein, Levy, & Feldman, 2017). DE REPRESENTATIE VAN DE OUDER-KIND BAND IN HET BREIN Eerdere onderzoeken naar de neurale representatie van de ouder-kind band laten zien dat er sprake is van een ‘hechtingsnetwerk’ in het brein (Afbeelding 8.1) (Abraham, Raz, ZagoorySharon, & Feldman, 2018; Atzil, Hendler, & Feldman, 2011; Barrett et al., 2012; Elmadih et al., 2016; Feldman, 2017; Kuo, Carp, Light, & Grewen, 2012; Leibenluft, Gobbini, Harrison, & Haxby, 2004; Lenzi et al., 2009; Shimon-Raz et al., 2021; Swain et al., 2014; Wan et al., 2014). Dit netwerk kan grofweg onderverdeeld worden in twee verschillende delen die belangrijk zijn voor ouderlijk gedrag (Feldman, 2017). Het affectieve empathie netwerk draagt bij aan het ervaren van emoties van een ander en helpt ouders om mee te voelen met de emoties van het kind en hierdoor beter aan te voelen wat het nodig heeft. Dit netwerk bestaat uit de inferior parietal lobe, supplementary motor area, inferior frontal gyrus, anterior insula en anterior cingulate gyrus. Het cognitieve empathie netwerk draagt bij aan het vermogen om een beeld te vormen van het perspectief van een ander en helpt ouders om zich te verplaatsen in de gedachtes en gevoelens van hun kind. Dit netwerk bestaat uit de temporoparietal junction, dorsomedial prefrontal cortex, ventromedial prefrontal cortex, posteriori cingulate gyrus, superior temporal sulcus en temporal pole. Alhoewel de meeste van boven genoemde studies zijn uitgevoerd in ouders van baby’s en jonge kinderen, wordt verondersteld dat dit netwerk niet afhankelijk is van de leeftijd van het kind (Ulmer-Yaniv, Waidergoren, Shaked, Salomon, & Feldman, 2021), en dus ook nog steeds relevant is voor ouders van kinderen in de adolescentie.

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw