Proefschrift

209 Dutch summary | Nederlandse samenvatting 8 component van oogcontact en de rol hiervan binnen de ouder-kind relatie in de adolescentie. Om erachter te komen hoe ouders en adolescenten reageren op het maken van oogcontact met elkaar hebben zij de oogcontacttaak uitgevoerd (Afbeelding 8.3). Hierin zagen ouders en adolescenten video’s van het eigen kind (in geval van de ouder) of de eigen ouder (in geval van het kind), een onbekend kind, een onbekende volwassene en zichzelf, terwijl zij in de scanner lagen. De personen in de video’s keken de ene keer recht in de camera (aankijk conditie) en de andere keer opzij, langs de camera (wegkijk conditie). Ouders en adolescenten werden geïnstrueerd om zo veel mogelijk oogcontact te maken met de personen in de video’s. Na iedere video beantwoordden ze hoe verbonden ze zich voelden met de persoon in de video en wat hun stemming op dat moment was. Daarnaast werd er door middel van het meten van de oogbewegingen gekeken in hoeverre ze daadwerkelijk oogcontact maakten met de personen in de video’s en werden ook de neurale responsen in het brein gemeten door middel van fMRI. Afbeelding 8.3 Weergave van de oogcontacttaak.

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw