Proefschrift

255 A Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Hoofdstuk 1. Inleiding Mensen met genderincongruente gevoelens ervaren een discrepantie tussen hun genderidentiteit en het geslacht dat hen bij de geboorte is toegewezen. Men spreekt van genderdysforie (GD) als er sprake is van genderincongruente gevoelens die langdurig aanwezig en diepgeworteld zijn, gepaard gaan met gevoelens van onbehagen, en er een sterke wens is om van het ‘andere’ gender (of een alternatief gender dat anders is dan het geslacht waarmee ze geboren zijn) te zijn (American Psychiatric Association, 2022). De term genderdysforie wordt gebruikt in de vijfde versie van het psychiatrisch handboek ‘Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders’, kortweg DSM-5-TR (American Psychiatric Association, 2022). Genderincongruentie is de term die wordt gebruikt in het internationale ziekte-classificatiesysteem van de World Health Organization (WHO), de elfde revisie van het ‘International Classification of Diseases’, kortweg de ICD-11 (World Health Organization, 2022). In de afgelopen decennia is in verschillende delen van de wereld het aantal kinderen en jongeren dat zorg zoekt voor de genderincongruente gevoelens die zij ervaren enorm toegenomen en zijn transgender jongeren steeds vaker onderwerp van gesprek en discussie geworden (bv. Aitken et al., 2015; Arnoldussen et al. 2020; Arnoldussen et al., 2022b; Chen et al., 2016; Handler et al., 2019; Kaltiala et al., 2020; Pang et al., 2020; Wood et al., 2013; Wiepjes et al., 2018). Daarnaast is er wereldwijd een toename van media-aandacht voor transgender kinderen en jongeren, en speelt ook de rechtspraak een steeds grotere rol in de zorg en rechten van transgender personen (o.a. Dyer, 2020a; Pang et al., 2020; Stolberg, 2017; GLAD GLBTQ Legal Advocates & Defenders, 2017; Walch et al., 2021). Hiermee is de vraag hoe de zorg voor deze kinderen en jongeren het beste georganiseerd kan worden zeer prominent geworden. Het bepalen van wat de beste zorg voor transgender jongeren is, brengt ethische vraagstukken en dilemma’s met zich mee. In de afgelopen decennia heeft de mogelijkheid van behandeling met puberteitsremmers (PR) een relatief nieuwe, maar controversiële dimensie toegevoegd aan de klinische behandeling van transgender jongeren. Puberteitsremmers remmen de ontwikkeling van de secundaire geslachtskenmerken. Zo worden door deze behandeling bij transjongens - zij identificeren zich als jongen maar hebben bij de geboorte het geslacht meisje toegewezen gekregen - onder andere de borstgroei, het breder worden van de heupen en (de start van) de menstruatie geremd. Bij transmeisjes - zij identificeren zich als meisje maar hebben bij de geboorte het geslacht jongen toegewezen gekregen - worden door deze behandeling onder andere de stemverlaging en ontwikkeling van overige uiterlijke kenmerken van een man (zoals verbrede schouders, kaaklijn, en haargroei) geremd. De behandeling met PR heeft tot doel de transgender jongeren de gelegenheid te geven hun genderidentiteit te verkennen en hen tijd te geven om te overwegen of zij een genderbevestigende behandeling middels

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw