262 Nederlandse samenvatting deskundigen uit het panel aan de hand van de informed consent-video. Daarnaast werd de wilsbekwaamheid van iedere jongere beoordeeld door de zorgverlener van het genderteam die betrokken was bij het reguliere diagnostisch traject van de desbetreffende jongere. Tot slot werd de wilsbekwaamheid in elke MacCAT-T video beoordeeld door drie deskundigen uit het panel. In dit onderzoek vonden wij dat 93,2% van de transgender jongeren die op het punt stonden te beginnen met behandeling met PR en deelnamen aan deze studie, competent werden bevonden om informed consent te geven op basis van de reguliere klinische beoordeling (‘referentiestandaard’), en 89,2% van hen bij gebruik van het MacCAT-T interview. De overeenkomst tussen de twee gebruikte methoden om wilsbekwaamheid te beoordelen (de zogenoemde ‘intermethod agreement’) was hoog, namelijk 87,8%. De overeenkomsten tussen de beoordelingen van de verschillende beoordelaars per jongere (de zogenoemde ‘interrater agreement’) op basis van de referentiestandaard en de MacCAT-T waren ook hoog, namelijk respectievelijk 89,2% en 86,5%. Voorts bleken zowel de totaal intelligentiequotiënt (IQ) score als het geslacht significant gerelateerd te zijn aan de MacCAT-T totaalscore; dit houdt in dat jongeren waarbij bij de geboorte het geslacht meisje was toegeschreven, en jongeren met een hogere totaal IQ score over het algemeen een hogere totale MacCAT-T score hadden en dus dat zij als ‘meer’ wilsbekwaam beoordeeld werden. Leeftijd ten tijde van de informed consentafspraak, de mate van gedrags- en emotionele moeilijkheden, en de duur van het reguliere diagnostisch traject waren daarentegen niet significant gerelateerd aan de MacCAT-T totaalscore. Het is geruststellend dat de meerderheid van de transgender jongeren die aan deze studie deelnam, grondig lijkt te hebben nagedacht over de behandeling met PR, begrijpt wat behandeling met PR inhoudt, en competent wordt geacht om een beslissing te nemen al dan niet met deze behandeling te starten. Het is echter mogelijk dat deze bevinding niet voor alle andere contexten geldt. De participanten in deze studie hebben namelijk een uitgebreide en grondige diagnostische evaluatie gehad voorafgaand aan de beoordeling van hun wilsbekwaamheid, terwijl jongeren in andere contexten deze ondersteuning soms niet hebben. Voorts wijzen de huidige onderzoeksresultaten erop dat de MacCAT-T in de klinische praktijk bruikbaar en valide is. De huidige resultaten geven echter geen antwoord op de vraag hoe de zich ontwikkelende autonomie van wilsonbekwame jongeren ethisch gerespecteerd dient te worden. Wij concluderen dat zolang er slechts beperkte wetenschappelijke onderzoeksgegevens zijn over de wilsbekwaamheid van transgender jongeren wat betreft het starten met behandeling met PR, een geïndividualiseerde aanpak voor deze groep van groot belang is.
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw