Proefschrift

263 A Nederlandse samenvatting Hoofdstuk 5. Wilsbekwaamheid ten aanzien van starten met puberteitsremmers: de opvattingen van transgender jongeren, hun ouders en zorgverleners Hoofdstuk 5 rapporteert over de opvattingen over wilsbekwaamheid om behandeling met PR te starten. Het gaat om de opvattingen van transgender jongeren die na PR startten met genderbevestigende medische behandeling, jongeren die de behandeling met PR staakten, hun ouders en zorgverleners. Zoals hierboven beschreven, rapporteert hoofdstuk 4 over de beoordeling van de wilsbekwaamheid van 74 transgender jongeren wat betreft het starten met PR. Daaruit blijkt dat de overgrote meerderheid (ongeveer 89%) van deze jongeren competent wordt bevonden om toestemming te geven voor deze behandeling. Toch is er weinig bekend over de opvattingen en overwegingen van transgender jongeren zelf, hun ouders en zorgverleners met betrekking tot de wilsbekwaamheid van jongeren ten aanzien van het starten met PR. Om inzicht te krijgen in deze opvattingen en overwegingen hebben we semi-gestructureerde interviews afgenomen met acht transgender jongeren (10-15 jaar) die na behandeling met PR zijn doorgegaan met genderbevestigende medische behandeling (‘continuers’), zes jongeren (10-17 jaar) die de behandeling met PR hebben gestaakt (‘discontinuers’), en 12 van hun ouders. Daarnaast werden twee focusgroepen gehouden met in totaal 10 zorgverleners van de genderidentiteitsklinieken in Amsterdam en Leiden. De meeste informanten noemden in meer of mindere mate alle vier de criteria waaraan iemand dient te voldoen om wilsbekwaam te zijn - begrijpen, waarderen, redeneren, en een keuze communiceren - als aspecten die van belang zijn voor wilsbekwaamheid ten aanzien van het starten met behandeling met PR, net als de samenhang ervan met een specifieke beslissing en context (Appelbaum & Grisso, 1988). Desalniettemin verklaarden de meeste informanten, waaronder de meeste jongeren zelf, dat zij dachten dat zijzelf/de jongeren de behandeling en de gevolgen ervan niet volledig begrepen en waardeerden. De meesten van hen meenden echter dat zij/de jongeren desondanks in staat waren over het starten met de behandeling te beslissen. Wij concludeerden dat zorgverleners het moeilijk vinden om de wilsbekwaamheid van jongeren voor het starten met behandeling met PR te beoordelen en om dit op een uniforme manier in praktijk te brengen. Verspreiding van kennis en ondersteuning met betrekking tot de beoordeling van wilsbekwaamheid en de ervaren ethische dilemma’s over de wilsbekwaamheid van transgender jongeren is wenselijk, zodat zorgverleners jongeren en ouders adequaat kunnen begeleiden in het besluitvormingsproces.

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw