Proefschrift

267 A Nederlandse samenvatting toelichting over de opties voor fertiliteitspreservatie alvorens een behandeling met PR te starten. Uit twee recente studies uit de Verenigde Staten blijkt echter dat transgender jongeren zelden gebruik maken van fertiliteitspreservatie. Om inzicht te krijgen in het gebruik van fertiliteitspreservatie onder transmeisjes in Nederland, wordt in hoofdstuk 8 beschreven hoeveel jongeren gebruik maakten van fertiliteitspreservatie in een Nederlands cohort van transmeisjes die een behandeling met PR startten. Daarnaast gingen we na of er door de betrokken zorgverlener informatie was gegeven over het risico op onvruchtbaarheid, of het bespreken van de optie van fertiliteitspreservatie was gedocumenteerd in het medisch dossier, en wat de opgegeven reden(en) was/waren om af te zien van fertiliteitspreservatie als de jongere hier geen gebruik van had gemaakt. Voorts onderzochten wij welke factoren samenhingen met het gebruik van fertiliteitspreservatie. Dit onderzoek was een retrospectieve review van medische dossiers van 35 transmeisjes die tussen 2011 en 2017 een behandeling met PR startten in de genderidentiteitskliniek van Curium-Leids Universitair Medisch Centrum in Leiden, in Nederland. Gegevens die uit de medische dossiers verkregen zijn waren leeftijd, intelligentiequotiënt (IQ), Tanner stadium, testiculair volume, etniciteit, seksuele oriëntatie, psychiatrische comorbiditeit, gezinssituatie en informatie over de kinderwens. Uit de analyse bleek dat alle jongeren (n = 35) geïnformeerd waren over het risico van onvruchtbaarheid, en dat 32 (91%) van hen de mogelijkheid van fertiliteitspreservatie werd geadviseerd. Dertien (41%) van de geadviseerde transmeisjes werden doorverwezen voor cryopreservatie van sperma, en twaalf (38%) van hen zijn daadwerkelijk naar de fertiliteitskliniek gegaan om te proberen sperma te laten cryopreserveren. Eén doorverwezen transmeisje is niet naar de fertiliteitskliniek geweest en was op het moment van de analyse in het kader van dit onderzoek nog niet begonnen met een behandeling met PR vanwege psychosociale problemen. Negen (75%) van de 12 transmeisjes die naar de fertiliteitskliniek zijn geweest om te proberen sperma te cryopreserveren, konden sperma cryopreserveren dat geschikt was voor intra-uteriene inseminatie (IUI) of intracytoplasmatische sperma injectie (ICSI). Voorts werden de volgende redenen opgegeven om niet te willen worden doorverwezen voor fertiliteitspreservatie (sommige jongeren gaven meer dan één reden): geen kinderwens hebben (17%, n = 4), willen adopteren (13%, n = 3), zich ongemakkelijk voelen bij masturbatie of een afkeer hebben van hun penis (17%, n = 4), en zich ongemakkelijk voelen bij het idee de biologische vader van het kind te zijn (4%, n = 1). Bij acht (33%) jongeren was geen specifieke reden bekend om af te zien van fertiliteitspreservatie, en acht (33%) van de jongeren werden niet doorverwezen voor fertiliteitspreservatie omdat zij in de vroege puberteit verkeerden en niet in staat waren om via masturbatie een spermamonster te produceren.

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw