268 Nederlandse samenvatting De gemiddelde leeftijd bij het begin van de behandeling met PR in de groep transmeisjes die fertiliteitspreservatie probeerden, was significant hoger dan in de groep die geen fertiliteitspreservatie probeerde. Het Tanner stadium, het testiculaire volume, en het gemiddelde IQ in de groep die fertiliteitspreservatie probeerde, verschilden niet significant van die in de groep die dat niet deed. Dat gold ook voor de gezinssituatie en psychiatrische comorbiditeit (depressie, angststoornis, posttraumatische stressstoornis, of autisme spectrum stoornis). De conclusie is dat één derde van de transmeisjes fertiliteitspreservatie heeft geprobeerd, en dat de meesten in staat waren sperma op te slaan dat geschikt is voor toekomstige intra-uteriene inseminatie (IUI) of intracytoplasmatische sperma injectie (ICSI). Dit benadrukt de noodzaak om dit onderwerp te bespreken voordat de behandeling met PR begint. Het beschikbaar stellen van verschillende mogelijkheden voor sperma-extractie, zoals testiculaire sperma-extractie of stimulatie door middel van elektro-ejaculatie, kan fertiliteitspreservatie toegankelijker maken voor transmeisjes voor wie masturbatie een belemmering vormt. Fertiliteitspreservatie is momenteel niet beschikbaar voor jongeren die zich nog in de vroege puberteit bevinden. Onderzoek op dit gebied zou echter ook voor deze groep mogelijkheden voor fertiliteitspreservatie kunnen bieden. Met het oog op toekomstige mogelijkheden is een ethisch en juridisch debat essentieel, waarbij rekening wordt gehouden met het recht op gelijkheid en non-discriminatie, en het recht op voortplanting van transgender personen. Deel 4. Ethiekondersteuning Hoofdstuk 9. Omgaan met ethische uitdagingen in de behandeling van transgender kinderen en jongeren: een evaluatie van de rol die moreel beraad kan spelen Hoofdstuk 9 beschrijft de evaluatie van de bruikbaarheid van moreel beraad bij het omgaan met ethische uitdagingen en dilemma’s in de zorg voor transgender jongeren. Moreel beraad is een gesprek waarin participanten gezamenlijk een ethische kwestie bespreken aan de hand van een casus uit hun werk (Dauwerse et al., 2014; Molewijk et al., 2008a; Stolper et al., 2016). Het is een veel gebruikte vorm van ethiekondersteuning. Bij twee Nederlandse behandelteams binnen de genderidentiteitsklinieken van Leiden en Amsterdamwerden moreel beraad sessies ingevoerd. In deze teams werkten specialisten in kinder- en jeugdpsychiatrie, -psychologie, en (kinder)endocrinologie in multidisciplinaire teams. Tussen oktober 2013 en januari 2015 namen de twee behandelteams deel aan in totaal 17 moreel beraad sessies. De leden van de behandelteams evalueerden het gebruik van moreel beraad. De onderzoeksgegevens werden verzameld met behulp van zes individuele interviews, twee focusgroepen waaraan in totaal 15 zorgverleners deelnamen,
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw